In juni 2024 vond een onderzoek plaats naar de schietpartij van 27 maart 2023 op de Presbyteriaanse Covenant School in Nashville, USA, waarbij 3 kinderen van 9 jaar en 3 volwassenen omkwamen. In de auto van de 28-jarige dader, Audrey Elisabeth Hale, die zelf was gedood door de MNPD, had de politie een dagboek en een notitieboek gevonden. De schokkende inhoud is ruim een jaar geheim gehouden. Begin juni 2024 heeft de krant “Tennessee Star” het dagboek op legale wijze in handen gekregen en heeft er tussen 5 juni en 3 september zeker 50 artikelen over geschreven, tot dan toe steeds zonder het bewijsmateriaal erbij te tonen.

Er waren juridische en financiële uitdagingen en er liep nog een rechtszaak om ook de rest van de geschriften van Hale in handen te krijgen, in totaal ongeveer 1000 pagina’s aan dagboeken en een zelfmoordbrief. Op 3 september 2024 was het inmiddels bijna anderhalf jaar na de shooting. De hoofdredacteur besloot vanwege het publieke belang om 90 pagina’s van het belangrijkste dagboek vrij te geven. Hierbij moet nog worden vermeld dat ook de stichting Open Government in Tennessee 18 maanden tevergeefs heeft geprobeerd de feiten boven tafel te krijgen. Zij noemden de houding van de politie, die ook al had verzuimd tijdig te reageren op een alarmmelding van een vriendin van Hale, verontrustend.

Het dagboek werd geschreven tussen januari en maart 2023, en bevat de persoonlijke frustraties van de nog bij haar ouders inwonende Hale, inclusief haar worstelingen met genderidentiteit, seksualiteit en mentale gezondheid. Ze identificeerde zich als een transgender man, gebruikte vaak de naam Aiden in haar dagboek en schrijft dat ze “verkeerd” geboren is. Omdat er duidelijk sprake is van een transitie wanneer iemand zichzelf transman noemt, zal ik Hale hier verder als “hij” aanduiden.

Het dagboek bevat ook een achthoekig symbool dat Hale associeerde met zijn geplande aanval. Hale’s dagboek onthult zijn mentale gezondheidsproblemen, inclusief een vermeende autismediagnose en zijn ervaringen met de geestelijke gezondheidszorg. Dat hij contact had met een therapeut is zwak uitgedrukt, want hij was al 22 jaar onder behandeling van het VUMC (Vanderbillt University Medical Center) en werd in die tijd tweemaal geëvalueerd voor opname. Die kwam er helaas niet.

Niet onbelangrijk is dat hij God de schuld lijkt te hebben gegeven van zijn verkeerde lichaam, waardoor volgens hem ook zijn hersenen niet goed werkten. Daarom zou ook geen enkele religie hem kunnen helpen. Sterker nog, die was voor hem onderdeel van het probleem. Het is niet voor niets dat hij vervolgens op een christelijke school toeslaat.

Lessen die hieruit getrokken kunnen worden

Het is zeer belangrijk om te beseffen dat het verhaal van Hale zeker niet representatief is voor transgenders in het algemeen. Ook is een “verwarde persoonlijkheid” nog niet per sé het recept voor geweld. Wel lijkt de worsteling van Hale in veel opzichten op die van een groep mensen met genderdysforie, zeker wanneer die samengaat met psychische problemen, wat helaas vaker het geval is.[1] En dit geeft onder bepaalde omstandigheden toch risico’s.

  1. Er is een duidelijke behoefte aan verbeterde toegang tot en kwaliteit van geestelijke gezondheidszorg, vooral voor mensen die worstelen met complexe identiteits- en mentale gezondheidskwesties. Hierbij kan de genderdysforie niet los worden gezien, of los worden behandeld, van de overige problematiek. Zo gaf Hale zelf toe geobsedeerd te zijn door seksuele fantasieën en daar veel te veel tijd aan te besteden. Maar het betekende voor hem ook dat christenen die er anders over dachten, uit de weg geruimd moesten worden. Hij sprak ook zijn bewondering uit voor de daders van de beruchte massamoord op Colombine High school in 1999, die ook werden gemotiveerd door christenhaat en seksuele perversie.
  2. Ook is duidelijk dat een naar verhouding te grote nadruk op genderbevestiging ten koste kan gaan van het tijdig behandelen van eventuele overige ernstige klachten. Genderbevestiging kan in deze gevallen averechts werken, in de zin dat ernstige psychische klachten te weinig aandacht krijgen. Genderbevestiging is dus niet alleen maar positief, zoals ons jarenlang is voorgehouden door politiek, onderwijs en medici. Het dagboek geeft aan dat dit bij Hale leidde tot ondraaglijke spanning tussen gendergeloof en werkelijkheid. Hij geloofde dat hij een jongen was. Toch besefte hij tegelijkertijd dat zijn lichaam geen jongenslichaam was en dat ook nooit kon worden. Hij was iets onmogelijks en zijn verwarde geest concludeerde dat hij daarom bedoeld was om uit het leven te stappen.
  3. In dit geval lijkt er sprake van onvoldoende onderkende of behandelde schizofrenie. Als bezorgde ouders van jongvolwassen transgenders of als omstanders hebben wij terecht meestal niet het laatste woord over een behandeling. Wel mag er serieuzer naar ouders worden geluisterd voordat een diagnose wordt gesteld en/of een behandeling gestart. Zij beschikken vaak over relevante informatie. Hier zal mogelijk alleen langs politieke weg en door kennisdeling verandering in kunnen worden aangebracht.
  4. Communicatie en preventie: Het belang van open communicatie tussen individuen en hun ondersteuningsnetwerken, inclusief familie en geestelijke gezondheidsprofessionals, kan niet genoeg benadrukt worden om potentiële tragedies te voorkomen.
  5. Juridische en ethische overwegingen: De juridische stappen om toegang tot (nog meer) persoonlijke geschriften te krijgen en deze te publiceren roepen vragen op over privacy, eigendom en de rol van media in het informeren van het publiek. Anderzijds werkt een taboe op dit soort informatie waarschijnlijk averechts. Tegenstanders van “woke” zullen er, niet eens onterecht, een poging in zien om de problemen rondom gender te bagatelliseren of te ontkennen. Inderdaad heeft de FBI geprobeerd middels een memo te voorkomen dat bekend werd dat de aanslag was gepleegd door een transgender en welke motieven daarbij golden.[2] Hoewel er een stuk eigenbelang meespeelt, heeft de hoofdredacteur wel gelijk dat zijn verslaggeving het publieke belang heeft gediend. Hierdoor kunnen er immers lessen worden getrokken voor het voorkomen van dergelijke extreme agressie in de toekomst. Zelf wijst hij vooral op het “massief” falen van het gezondheidssysteem.

Lessen voor ouders en familie van jongvolwassen transgenders

  1. Ondersteuning en begrip: Het is cruciaal voor ouders om een ondersteunende en begripvolle omgeving te bieden. Dit houdt in dat ze openstaan voor gesprekken over genderidentiteit en mentale gezondheid zonder te snel te willen oordelen.
  2. Educatie: Ouders kunnen zichzelf zoveel mogelijk informeren over genderdysforie en de uitdagingen die hun kinderen kunnen tegenkomen. Dit kan hen helpen om empathie en begrip te vergroten. Maar ook om potentieel gevaarlijke situaties te herkennen.
  3. Professionele hulp: Moedig je kind aan om professionele hulp te zoeken als ze worstelen met hun genderidentiteit of andere psychische problemen. Therapie en counseling kunnen waardevolle hulpmiddelen zijn. Het kan wel een probleem zijn wanneer de hulp uit een activistische hoek komt, maar zulke hulp is wellicht altijd nog beter dan geen hulp of een vorm van hulp die voor de persoon in kwestie beslist niet acceptabel is.
  4. Veiligheid en welzijn: Check of je kind zich bewust is van middelen die hun veiligheid en welzijn bevorderen, zoals crisislijnen en ondersteuningsgroepen. Wees je er echter ook van bewust dat sommige ondersteuningsgroepen slechts echokamers zijn en dat ze de problemen kunnen vergroten wanneer te weinig rekening wordt gehouden met onderlinge verschillen (ook al wordt er veel gesproken over diversiteit).
  5. Open dialoog: Probeer met je kind in gesprek te blijven over hun gevoelens en ervaringen. Luister actief en bied een veilige ruimte voor hen om zich uit te drukken. Dit betekent niet dat je het overal mee eens moet zijn, maar wel dat je alles serieus neemt en bereid bent te leren. Probeer een eventuele teleurstelling bij jezelf te laten.
  6. Godsbeeld: Als je godsdienstig bent en je kind ook zo hebt opgevoed, maak dan duidelijk dat God (net als jij) elk van zijn kinderen liefheeft. Godsdienst kan inderdaad niet redden, maar God, die Liefde is, kan dat wel. Houd er wel rekening mee dat liefde kan worden miskend. In het meest ongunstige geval, zoals bij Hale, kan de jongere nog wel geloven in een god van wraak, wraak op degenen die wel tevreden kunnen zijn met hun lichaam.
  7. Mocht het ondanks een open houding niet lukken om een goede relatie te behouden, pijnig jezelf dan niet met allerlei verwijten. Je hebt net als je kind, het recht jezelf te zijn. Soms helpt het loslaten van allerlei doelstellingen nog meer voor de relatie dan iets anders.

Door deze benaderingen kunnen ouders en familieleden bijdragen aan een positieve en ondersteunende omgeving voor hun volwassen transgender kinderen, wat kan helpen bij het navigeren door complexe persoonlijke en sociale uitdagingen, terwijl ze hun eigen grenzen en beperkingen ook respecteren.

[1] Een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde stelde in 2001 dat genderdysforie niet normaal en positief is, maar zelfs meestal samenhangt met of een bijverschijnsel is van andere psychiatrische stoornissen.

[2] De FBI noemde 3 argumenten om de legaal verkregen informatie toch niet te delen. Ten eerste zouden anderen de informatie kunnen gaan bestuderen om zelf moorden te plannen en bekendheid te krijgen. Ten tweede zou het publiek gebeurtenissen willen begrijpen, maar daar meestal niet in slagen, wat kan bijdragen aan een vals narratief als zouden de meeste moordenaars geestesziek zijn (en dus baat hebben gehad bij behandeling of opsluiting). Ten derde kunnen allerlei mensen die zichzelf deskundig achten met de feiten aan de haal gaan en het publiek ophitsen. Om die redenen is er in het verleden, zoals bij de Columbine High School attack, zelfs oorspronkelijk materiaal vernietigd. Het eerste argument gaat hier niet op, omdat de plannen van Hale, zoals ze in het dagboek naar voren komen, niet bijzonder ingenieus waren. Er viel weinig te bestuderen. Het tweede argument spreekt van een vals narratief, maar wat als de meeste moordenaars inderdaad geestesziek zijn, of de meeste niet, maar deze duidelijk wel? Mag dan alleen de politie zelf daar lessen uit trekken? Ook het derde argument is nogal betuttelend. Als er reden is voor publieke verontwaardiging of voor petities om de zorg te verbeteren, is het dan de taak van de politie om het volk onwetend en rustig te houden? Bovendien ontneem je dan ook een groot aantal mensen, die wel een bepaalde expertise hebben, de mogelijkheid om zich over zo’n zaak te buigen.